Voorwoord ACOM Journaal maart 2022
In mijn vorige voorwoord gaf ik aan dat er erg veel gebeurde aangaande Defensie en ik dan ook niet goed wist waar ik mijn voorwoord mee zou moeten beginnen. We gaven en geven al jaren aan dat de wereld om ons heen, in de ruimste zin des woords, onrustig en onstuimig is en dat er niet altijd duidelijk is waar nu de echte vijand zit of waar de risico’s zitten.
Vervolgens is er absurd veel gebeurd in die wereld om ons heen. Voor sommigen gevoelsmatig op grote afstand, in het voor velen onbekend en onbeminde Oekraïne. Veel mensen schrikken niet alleen van de beelden en wat er allemaal gebeurt in Oekraïne, maar ook van “hoe ver dat nu eigenlijk van ons verwijderd is”. Als we mensen er dan op wijzen dat het niet alleen in Europa ligt, en hemelsbreed net zover van Utrecht af ligt als Barcelona, is dat doorgaans erg confronterend.
Het meest confronterend is echter de inval van Poetin in Oekraïne an sich. Elke dag, elk uur, worden er meer grenzen overschreden en vallen er meer onschuldige slachtoffers. Ongetwijfeld tegen de verwachting van Poetin zelf en zijn adviseurs in, is hem gelukt wat de NAVO en de EU niet lukte. Er is een steeds groter wordende eenheid binnen de EU en binnen de NAVO.
Op alle mogelijke manieren worden de rijen tegen Poetin gesloten en wordt Rusland zo steeds meer de paria van de wereld. Het is Poetin zelfs gelukt om in recordtijd landen te bewegen meer geld uit te geven aan hun Defensie. Oproepen van diverse Amerikaanse presidenten werden jarenlang genegeerd of met beperkte stapjes ingevuld. Maar de recente bekendmaking van de Duitse Bondskanselier dat Duitsland niet alleen € 100 miljard beschikbaar stelt maar ook per direct 2% van het bruto binnenlands product (BBP) aan Defensie besteed zal worden is op zijn minst opvallend te noemen.
Dichter bij huis is ook te zien dat er (eindelijk) het besef komt dat de Nederlandse Defensie jarenlang is uitgekleed tot op het bot. Het vet was al jaren weg en we zijn al zover in gezond vlees aan het snijden geweest dat er verschillende amputaties hebben plaatsgevonden.
Een overgroot deel van de politieke partijen in Nederland heeft dan ook aangegeven dat er niet alleen meer geld naar Defensie zou moeten gaan maar dat we ook daadwerkelijk moeten bezien of de overeengekomen 2% van het BBP in 2024 ook in de krijgsmacht kan worden geïnvesteerd.
Voor ons is dat oprecht een no-brainer, – dat had allang geregeld moeten zijn. Nu lijkt er dus eindelijk een overgrote meerderheid te zijn die, boven op de eerder overeengekomen budgetverhoging, extra geld naar Defensie wil laten gaan.
Voor de sociale partners is er eerst een schone taak weggelegd om op korte termijn met iets moois te komen aangaande arbeidsvoorwaarden. Het is immers niet uit te leggen dat we mensen met een salaris van onder de € 2.000 (bruto) per maand vertellen dat ze elk moment kunnen worden ingezet in NAVO-verband en men daartoe verloven kan intrekken en ontslagaanvragen mag weigeren dan wel terugdraaien. Voor die taak zullen wij ons uiteraard maximaal inzetten. Defensiepersoneel heeft recht op een arbeidsvoorwaardenpakket waaruit respect en waardering blijkt.
Als de politiek dan zorgt voor een heel snelle ophoging van de budgetten en de regels aangaande (Europese) aanbestedingen en aankopen waar nodig versoepelt of opschort, kan er wellicht daadwerkelijk gebouwd worden aan de (inzetbaarheid van) Defensie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder. Daar heeft het personeel van Defensie recht op, maar bovenal heeft Nederland daar recht op: een goed gevulde, goed geëquipeerde en uitgeruste en goed getrainde defensieorganisatie. Een organisatie die waar dan ook ter wereld de opdracht uit kan voeren die de BV Nederland aan haar geeft.