Voorwoord ACOM Journaal februari 2022

Er gebeurt erg veel aangaande Defensie en ik weet dan ook niet goed waar ik mijn voorwoord mee moet beginnen. We geven al jaren aan dat de wereld om ons heen, in de ruimste zin des woords, onrustig en onstuimig is en dat het niet altijd duidelijk is waar nu de echte vijand zit of waar de risico’s zitten.

Wel wordt de laatste maanden duidelijk waarom het o zo belangrijk is dat er rust, balans en vrede is in de wereld. Als er spanningen zijn is, uiteraard volkomen terecht, alles en iedereen in rep en roer maar zien we ook wat dat doet met de prijzen. Niet alleen de prijzen van energie, maar alle prijzen omdat die effecten alleen maar doorwerken. Nut en noodzaak van Defensie was naar mijn mening al lange tijd klip en klaar maar dat wordt het nu voor steeds meer mensen hoewel er ook altijd criticasters zullen blijven.

Het staat voor mij echter als een paal boven water dat er het nodige moet veranderen binnen Defensie. Het moderniseren van het loongebouw voor militairen en de arbeidsvoorwaarden staan uiteraard hoog op mijn lijstje. Maar het moge ook overduidelijk zijn dat er op vele andere vlakken slagen gemaakt moeten worden.

Terugkomend op het eerste: het moderniseren van het loongebouw voor militairen en de arbeidsvoorwaarden. In dat opzicht hebben de sociale partners en Defensie zich parallel ingezet voor het juiste gelabelde budget. Hiervoor is structureel € 500 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de overige zaken is (oplopend tot) € 2,5 miljard beschikbaar gesteld en binnen deze kabinetsperiode ook nog serieuze eenmalige bedragen.

Is dat genoeg? Nee, ik denk het niet, er was immers niet voor niets gevraagd om ruim € 4 miljard structureel. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we hiermee heel grote stappen in de goede richting kunnen zetten. Aangaande het moderniseren van het loongebouw voor militairen en de arbeidsvoorwaarden kunnen we dat alleen als sociale partners samen doen.

Dat we dingen samen kúnnen doen blijkt wel uit het realiseren van de € 500 miljoen, maar ook uit de brieven die gewisseld zijn na het SOD van 2 december vorig jaar waarin duidelijk gemaakt werd dat u, met een overgrote meerderheid, het maximaal haalbare pakket binnen de arbeidsvoorwaarden had afgewezen.

In de laatste brief van Defensie staan wat mij betreft de juiste zaken om een basis te leggen voor een nieuw arbeidsvoorwaardenpakket waar wel respect en waardering uit blijkt. En dat is één van de zaken waar we als sociale partners voor moeten staan. Niet voor ons maar voor het Defensiepersoneel in het algemeen en onze leden in het bijzonder.

Als we dat realiseren, zo snel en zorgvuldig als mogelijk, zal dat bijdragen aan het beter vullen en gevuld houden van de krijgsmacht. Uiteraard is dat niet het enige en zal er ook het nodige gedaan moeten worden aan de huisvesting en infrastructuur en het verwerven en soms vervangen van het nodige materieel en materiaal. We zullen ook weer moeten “herstellen”, door op te leiden, te trainen en te oefenen, zodat de inzetbaarheid van de krijgsmacht weer kan toenemen. Maar al die zaken vergen volgens mij iets meer tijd.

Ik ben daar, met onze mensen, helemaal klaar voor. Wij hoeven geen (nieuwe) inzetbrieven te sturen of te ontvangen, wij hoeven geen wazige brieven aan het SOD te sturen of te ontvangen. We gaan op 8 februari a.s. vol optimisme naar het SOD en zijn bereid om ons maximaal in te zetten om tot een arbeidsvoorwaardenakkoord te komen waar u achter kunt staan.

En dat, beste lezer is exact mijn prioriteit 1, 2 en 3 en daar zal ik mij keihard voor (blijven) inzetten.

En dat kan alleen samen, want alleen gaat sneller, maar samen komen we verder!