Sectoroverleg Caribisch Nederland juni 2024

Op de agenda van het sectoroverleg Caribisch Nederland (SO-CN) stonden in juni iets minder onderwerpen dan gebruikelijk, maar dat maakt ze uiteraard niet minder belangrijk!

Vooruitlopend op de verslaglegging willen wij een aantal zaken alvast met u delen:

Een groot brok op deze vergadering was het O&F van JICN. Dat was immers al vele malen uitgesteld en stond nu eindelijk op de agenda. Allereerst werd er door de directeur JICN, Dhr. Wibo de Vries, een duidelijke en uitgebreide toelichting gegeven. Vervolgens zijn er naar aanleiding van deze toelichting en het aangeboden stuk een aantal vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Naar aanleiding van deze gestelde vragen en gemaakte opmerkingen neemt men het stuk mee terug en gaat Dhr. De Vries het O&F JICN aanpassen en een nieuw advies vragen aan de participatieraad JICN. Vervolgens wordt het nieuwe O&F zo spoedig als mogelijk aangeboden zodat het kan worden afgerond in het SO-CN in augustus a.s.

Overigens is er nog een issue met dit aangeboden O&F rapport aangezien de P-paragraaf niet voldeed aan eerder gemaakte afspraken en gedane toezingen in het SO-CN.

Ook het punt “Verkenning RCN brede personele paragraaf” stond immers op de agenda en tijdens de behandeling van dit onderwerp is er door de bonden in het algemeen en door de ACOM in het bijzonder benadrukt welke elementen zouden moeten landen in een standaard personeelsparagraaf. N.a.v. deze open discussie wordt door de overlegvoorzitter van RCN, Dhr. Tim Muller, zorg gedragen voor een behandelstuk waar de aangedragen punten in zullen worden meegenomen zodat er in het volgende SO-CN in augustus a.s. (eindelijk) een standaard personele paragraaf kan worden overeengekomen. Dit agendapunt dient derhalve te worden afgerond voor het O&F JICN wordt behandeld zodat de standaardpersoneelsparagraaf ook in dit O&F kan worden opgenomen.

Er is, op ons verzoek, kort stilgestaan bij (structureel) overwerk in het algemeen en bij JICN in het bijzonder. Hier kunnen we eigenlijk kort over zijn. Structureel overwerk mag en kan niet voorkomen. Dan dient men te zoeken naar andere oplossingen en de mensen stelselmatig meer uren laten maken is dan geen oplossing. Er is een aantal jaren bewust voor gekozen om het aantal uren per week terug te brengen naar 36 uur. Dat had te maken met een betere balans tussen werk en privé, maar ook omdat het in de tropen over het algemeen zwaarder is om te werken dan in minder tropische omgevingen. De vooorzitter heeft aangegeven die mening te delen en zal de “diensthoofden” waar dit speelt wijzen op het gegeven dat dit niet mag enerzijds en vragen om te zoeken naar alternatieven (op korte termijn) anderzijds.

Tot slot hebben wij wederom aangegeven dat wij met verbazing kennis hebben genomen van het feit dat er nog steeds in vacaturemeldingen verkeerde teksten staan v.w.b. de werving en selectie.

Wij waren en zijn van mening dat er duidelijke afspraken zijn over de volgorde van kandidaten bij zowel werving als selectie, dus niet alleen bij het invullen van vrije functies na een O&F rapport, maar ook bij de overige wervings- en selectietrajecten.

Die volgorde is wat ons betreft helder en is als volgt:

  1. Kandidaten die (horizontaal) als boventallig zijn aangemerkt;
  2. Interne kandidaten werkzaam binnen RCN;
  3. Kandidaten woonachtig op de BES-eilanden;
  4. Overige kandidaten.

De voorzitter heeft aangegeven deze mening te delen maar heeft ons ook verzekerd dat hij dit zal uitdragen en zo nodig zal ingrijpen.