Commissie Giebels: Sociale veiligheid bij Defensie niet op orde

De sociale veiligheid binnen Defensie is niet op orde. Tot die conclusie komt de Commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie (Commissie Giebels) die onderzoek deed naar de wijze waarop de Defensieorganisatie “invulling geeft aan een sociaal veilige werkomgeving”.[1]

Als belangrijkste oorzaak voor het ontbreken van een goede sociaal veilige werkomgeving ziet de Commissie Giebels de “defensiecultuur”. Defensiemedewerkers maken deel uit van “een groepscultuur met hechte banden” en kennen een sterke loyaliteit. Men heeft hierdoor de neiging om ook in gevallen van grensoverschrijdend gedrag de eigen groep in bescherming te nemen. Collega’s die zaken die de groep kunnen schaden naar buiten brengen worden beschouwd als verraders.

‘Enkel nadelen’
Ook het functieroulatiesysteem bij Defensie is, stelt de Commissie Giebels vast, fnuikend voor een sociaal veilige werkomgeving. Het systeem kent voor wat betreft sociale veiligheid “enkel nadelen”. De onderzoekers kregen van hoog tot laag in de organisatie te horen dat “het roulatiesysteem op de schop kan en moet”.

Dit geldt eveneens voor de inrichting van het huidige meldingssysteem bij Defensie. De onderzoekers constateren een veelheid aan “regels, richtlijnen, documenten en instanties”, waardoor (eventuele) melders door de bomen het bos niet meer zien. Bovendien worden melders vaak geconfronteerd met “(te) lange behandeltermijnen”, vage richtlijnen voor onderzoek en “een gebrek aan objectiviteit en onafhankelijkheid van onderzoekscommissieleden”.
Telkens weer, zo lijkt het, wordt weer een nieuwe regeling bedacht zonder dat de bestaande regelingen worden herzien of vervangen.

‘Stroperig, ondoorzichtig, escalatiegevoelig’
De manier waarop nu ongewenst gedrag-incidenten moeten worden aangemeld deugt niet volgens de Commissie Giebels die ook als een “opvallende uitkomst” van haar onderzoek aanmerkt: “de onvolledige en onjuiste registratie van en rondom meldingen”.

Bij de behandeling van meldingen als bijvoorbeeld pestgedrag is “bagatelliseren” een opvallende reflex bij de behandelaars: “Het was maar een geintje” of “een formeel-juridische benadering”. Er is bovenal sprake van een “stroperige, ondoorzichtige en escalatiegevoelige wijze waarop meldingen worden behandeld”.
Dit alles, gevoegd bij een (als daar al sprake van is) gebrekkige begeleiding en nazorg aan melders, leidt tot “een lage meldingsbereidheid”.

De Commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie dringt er dan ook bij Defensie op aan een onafhankelijk meldpunt (intern of extern) in te stellen en (verdere) professionalisering en, in het bijzonder, vereenvoudiging van het meldsysteem door te voeren.

Werken aan transparantie en openheid
Defensie moet werken aan een cultuur van “transparantie en openheid” waarin men elkaar durft tegenspreken en meldingen niet als “verraad” worden beschouwd. De Commissie ziet in dit opzicht een cruciale rol weggelegd voor leidinggevenden bij “het (h)erkennen van sociale veiligheid (-) en omdat zij een voorbeeldfunctie vervullen.

Binnen de organisatie zou een “cold case team” met een frisse blik moeten kijken naar “slepende zaken of heikele kwesties” en zich daarbij richten op “een oplossing in plaats van op gelijk krijgen”.

Bovendien geeft de Commissie Giebels Defensie in dit verband ook mee nog eens kritisch te kijken naar een aantal individuele zaken. “We merken dit ook op omdat we bij iedereen een enorme verbondenheid met Defensie waarnamen – of het nu om werk, missies of collega’s ging. Defensie is inderdaad een bijzondere organisatie die het verdient om sociaal veilig te zijn.”

Eén onafhankelijk centraal meldpunt
Defensie krijgt “één onafhankelijk centraal meldpunt buiten de commandantenlijn”, kondigde staatssecretaris van Defensie Visser aan in een eerste reactie op het eindrapport van de Commissie Giebels. “We gebruiken daarvoor de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), die volgens de commissie over noodzakelijke deskundigheid beschikt. Daar kunnen alle medewerkers vertrouwen in hebben. We gaan bovendien de capaciteit versterken en we verruimen de bevoegdheden. Zo gaat de COID ook zorgen dat bij interne onderzoeken de kwaliteit en onafhankelijkheid beter worden gewaarborgd. Daarnaast komt er een beter registratiesysteem voor meldingen, waarin de privacy beter is geborgd.”

Visser beschouwt het rapport als “een belangrijke stap in het herstel van Defensie”. Er moet nu hard gewerkt worden aan “een beter normbesef, op alle niveaus en in de hele organisatie. We maken veiligheid en mensgericht leiderschap een steeds belangrijker onderdeel van opleidingen, trainingen, en bijvoorbeeld van de nieuwe gedragscode.”

Bijstand van uw bond
Overigens en maar eens ten overvloede, wie, als ACOM-lid, geen vertrouwen heeft in de meldingsmogelijkheden, behandelaars, wie of wat dan ook in dit opzicht bij Defensie, kan te allen tijde met zijn/haar melding/klacht terecht bij de ACOM.

[1] Onderzocht werden 92 meldingen die binnenkwamen via ons meldpunt. Men analyseerde een steekproef van 42 dossiers van interne onderzoeken en ging in gesprek met 31 vertegenwoordigers van verschillende groepen stakeholders binnen Defensie. (Rapport ‘Onderzoek naar een sociaal veilige werkomgeving bij Defensie’)