Voorwoord ACOM Journaal maart 2019
Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf is het overleg in de sector
Defensie weer hervat. Wel in aangepaste vorm, want er moet uiteraard veel
gebeuren. Naast het arbeidsvoorwaardenoverleg dient er immers ook over vele
andere dossiers overlegd te worden en dient de toch wel beperkte tijd
zorgvuldig verdeeld te worden. Velen denken nu dat het hek van de dam is en dat
nu alles weer op de agenda’s kan komen. Het overleg heeft immers geruime tijd
stil gelegen waardoor er een aanzienlijk aantal onderwerpen is blijven liggen.
Maar daarnaast is het altijd opvallend dat er na het hervatten van het overleg
allerlei nieuwe (en vaak grote) plannen op tafel komen. Alsof de mensen door
het stil liggende overleg tijd over hadden om nieuwe plannen te bedenken en uit
te werken, terwijl het juist mooi zou zijn om zaken die er al lagen en liggen
een hoge prioriteit te geven. Waar dat ons zal gaan brengen zal de tijd moeten
leren, maar ik laat er geen misverstand over bestaan. Voor de ACOM staat op dit
moment het arbeidsvoorwaardenoverleg op de eerste, tweede en derde plek. Daar
heeft het personeel van Defensie, maar ook de organisatie Defensie recht op. De
negatieve spiraal waar Defensie zich in bevindt moet immers nog steeds omgebogen
worden. Elke dag vertrekken er weer teveel goede en fijne collega’s voordat ze
daadwerkelijk met UGM/FLO zouden mogen gaan. Hoewel ook wij constateren dat de ervingseffecten
toenemen, is het eindresultaat nog steeds dat de vulling (van met name
militaire vacatures) te laag is en afneemt. Maar ook, zoals eerder gezegd, dat
ervaren militairen vertrekken en dat de militairen die beginnen bij het mooie
‘bedrijf’ Defensie geen enkele ervaring hebben. In de wereld om Defensie heen
wordt veelal aangegeven dat bedrijven niet kunnen groeien omdat er geen
voldoende (kwalitatief en kwantitatief) personeel te verwerven is. De top van
Defensie herhaalt telkens maar dat Defensie aan het groeien is. Het enige wat
wij echter telkenmale zien groeien is het aantal vacatures. Het aantal
militairen neemt af terwijl het aantal functieplaatsen telkenmale groter wordt.
Deels probeert men dat te verbloemen door steeds meer burgercollega’s aan te
nemen, - maar let wel dat lost het probleem niet op. Op dit moment is de
vullingsgraad onder het burgerpersoneel meer dan 100%. Allemaal gewaardeerde
collega’s die belangrijk en nuttig werk verrichten. Maar het is de krijgsmacht
die de grondwettelijke taken dient uit te voeren. Dat kan de krijgsmacht niet
zonder burgermedewerkers, maar het zijn uiteindelijk wel de militairen die dat
moeten doen! Op vrijdag 1 maart was het “nationale complimentendag” en op die
dag heb ik een tweet geplaatst om het personeel van Defensie een compliment te
geven. U allen verdient immers mijn respect en waardering voor het feit dat u
allen toch maar elke dag weer met de beschikbare mensen en middelen het
verschil blijft maken. Ik herhaal dat compliment hier graag. U verdient dat
respect en die waardering namelijk elke dag. En dat zou u niet alleen van mij
moeten horen maar van heel Nederland!
Voorwoord ACOM Journaal december 2018
Voor u ligt het eerste ACOM Journaal met een voorwoord van uw nieuwe voorzitter. Op 16 november jl. heb ik mijn functie als Algemeen Secretaris-Onderhandelaar in een bijzondere extra vergadering van de Bondsraad overgedragen aan Stefan Hop en heb ik de functie van Algemeen Voorzitter-Penningmeester overgenomen van mijn voorganger, Leon van der Hulst.
Een andere formele rol voor Stefan en mijzelf, maar laat vooral duidelijk zijn dat hierdoor de koers van de ACOM niet zal veranderen. Ik zal mezelf maximaal blijven inzetten voor het belang van het Defensiepersoneel in het algemeen en onze leden in het bijzonder. Daar hebben jullie recht op. Ik durf met zekerheid te stellen dat dit ook zal gelden voor Stefan.
Een begin van mijn voorzitterschap op 16 november waarbij zeer velen acte de présence hebben gegeven op de receptie waar men afcheid kon nemen van Leon van der Hulst in zijn rol als voorzitter. Ook kon men daar uiteraard kennis maken met ondergetekende als nieuwe voorzitter, maar dat is niet van belang. De meeste mensen kennen mij immers al.
Veel mensen die de moeite namen om functioneel afscheid te nemen van een vertrekkend voorzitter. De menselijke maat, - maar ook een vorm van respect en waardering. Respect en waardering voor een vertrekkend voorzitter is mooi. Uiteraard! Maar het zou toch zoveel mooier zijn als dat respect en die waardering ook ú zou toekomen. En als uit een tastbare geste zou blijken dat u wordt gewaardeerd en gerespecteerd.
Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het realiseren van een beter arbeidsvoorwaardenresultaat (dat wél kan worden omgezet in een arbeidsvoorwaardenakkoord), het doorzetten van een pensioenregeling voor militairen die we nu ook hebben of door het nakomen van gemaakte afspraken door de werkgever. Alle drie de genoemde onderwerpen omvatten grote uitdagingen.
Het overleg tussen de sociale partners in de sector Defensie is opgeschort. Aangaande de pensioenregeling voor militairen 2019 hebben we advocaten aan het werk gezet om stappen tegen pensioenfonds ABP te ondernemen en zelfs stappen jegens Defensie sluiten wij niet uit.
Over het niet nakomen van gemaakte afspraken krijgen we vrijwel dagelijks signalen. Het getuigt niet van respect en waardering voor mensen die menen, op basis van afspraken bepaalde rechten of aanspraken te hebben, dat die vervolgens niet (goed) worden uitgevoerd of anders worden uitgelegd.
En er moet nogal wat gebeuren. U presteert het toch maar om met een zwaar ondervulde organisatie telkens te bewijzen dat Defensie ertoe doet. Daarvoor verdient u respect en waardering van uw werkgever. Overigens merken wij wel steeds vaker dat er vanuit andere hoeken steeds meer respect en waardering komt. Onder andere uit de hoek van de Tweede Kamer. Zo is er tijdens het wetgevingsoverleg van 12 november jl. door meerdere Kamerleden onderstreept hoeveel respect en waardering ze hebben voor de medewerkers van Defensie. Voor onze militairen, maar ook zeker voor onze burgermedewerkers!
Het heeft er in ieder geval voor gezorgd dat er dit jaar nog een blijk van waardering naar het Defensiepersoneel gaat, en zoals een Kamerlid opmerkte: “Dan bedoelen wij geen chocoladeletter”. En dat is mooi. Mooie woorden geven een goed gevoel en zijn belangrijk, maar een tastbare blijk van waardering doet de mens toch veel meer goed.
Rest mij nog om u en de uwen een Zalig Kerstfeest en een veilig en gezond 2019 toe te wensen.
Voorwoord ACOM Journaal februari 2019
Er is al weer een maand voorbij en in die tijd was er geen moment dat Defensie niet op de een of andere manier in het nieuws was. Veelal was dat slecht of minder goed nieuws maar er waren ook wel wat zaken waardoor Defensie positief in het nieuws kwam.
Ik ga al die zaken natuurlijk niet opsommen maar wil wel twee zaken aanhalen in dit voorwoord. Zaken die mij in deze lange lijst aan mediamomenten, overigens om volstrekt andere redenen, zijn opgevallen en bijgebleven.
In de lijst met positievere elementen zou ik de uitrol van de F-35 in Amerika en de training van militairen met de MQ-9 Reaper willen benoemen. Deze F-35 is de eerste dit jaar van een batch van 8 toestellen en daarnaast krijgt de Luchtmacht de beschikking over 4 MQ-9 Reaper’s. De door Defensie bestelde (4) MQ-9 Reaper’s zullen naar verwachting volgend jaar geleverd worden en beide vliegtuigtypes zijn een voorbeeld van de vernieuwing die Defensie voor ogen heeft.
In dit geval twee zaken betreffende de Luchtmacht, maar uiteraard zijn er meer voorbeelden. Ruime aandacht van ons allen gaat uit naar de situatie rondom de arbeidsvoorwaarden maar laten we ook vooral niet vergeten dat ook op het gebied van infrastructuur, materieel en materiaal Defensie al jarenlang geteisterd is door de sloopkogel.
We moeten dus aanzienlijk investeren in het werven en behouden van personeel, maar ook blijven investeren in infrastructuur, materieel en materiaal. Niet alleen omdat het personeel van Defensie recht heeft op het best beschikbare materiaal maar ook omdat we als Defensie altijd het verschil willen en moeten blijven maken. En daarvoor is het best beschikbare materieel en materiaal benodigd. Maar, en dat benadruk ik hier dan ook nog maar eens, ook een defensieorganisatie die voldoende gevuld is met professioneel, goed opgeleid en optimaal getraind personeel.
Aan de andere kant van het nieuwsspectrum hebben we de discussie rondom de ‘burn pits’. Volgens de media zijn er honderden militairen die zich bij een jurist hebben gemeld met gezondheidsproblemen die wellicht veroorzaakt zouden kunnen zijn door burn pits. Ook in de Verengde Staten is veel aandacht voor gezondheidsproblemen die veroorzaakt (zouden kunnen) zijn door burn pits.
Of gezondheidsklachten daadwerkelijk veroorzaakt zijn door de ‘rook’ van de burnpits zal nog moeten worden vastgesteld. Een eerste indruk was toen (en is nog steeds) dat de rook die van burn pits afkwam nu niet bepaald overkwam als waterdamp. De gepubliceerde foto’s en filmfragmenten daarvan kennen we vermoedelijk allemaal wel.
In de vergadering van het Sector Overleg Defensie heb ik aan de staatssecretaris gevraagd om ons een brief te sturen met de stand van zaken aangaande de burn pits. Maar ik heb ook aangeboden om met Defensie "mee te gaan denken" in dit dossier.
Als militairen daadwerkelijk gezondheidsklachten hebben die veroorzaakt zijn door burn pits moet daar snel maar bovenal zorgvuldig een regeling voor komen. Ik wil iedereen dan ook oproepen om, ook als men zich al heeft aangemeld bij een meldpunt buiten Defensie, zich op te geven bij het meldpunt van Defensie maar ook bij uw bond. Indien u in het bezit bent van beeld- of filmmateriaal zouden we dat uiteraard ook graag van u willen ontvangen.
Voorwoord ACOM Journaal januari 2019
Het is inmiddels al weer 2019 en ook ik wil graag beginnen met de beste wensen voor u en uw naasten. Met veel voorspoed en een goede gezondheid. Moge de minste dag van 2019 maar beter zijn dan de beste dag van 2018.
Ook wens ik alle Defensiemedewerkers en hun gezinnen een nieuw perspectief toe door middel van een goed arbeidsvoorwaardenakkoord waar respect en waardering uit blijkt. Het laatste kwartaal van 2018 was een roerige en negatieve afsluiting van het jaar voor Defensie. Die mening zult u vast met mij delen.
Defensie kwam veelvuldig in het nieuws op soms voor velen onbegrijpelijke manieren. Als een missie wordt afgerond en de F-16’s en het personeel terugkomen in Nederland komen we niet verder dan een zeer kort item in het journaal maar als er een honderdtal militairen (terecht) gaat helpen met het opruimen van een strand na een (kleine?) natuurramp halen we alle landelijke media.
De media laten zich niet sturen, - daar kan geen misverstand over bestaan. Maar laat ik in ieder geval duidelijk maken dat het toch zaken zijn die de wereld om eens heen laten zien dat we als Defensie onze taken nog steeds goed uitvoeren. Natuurlijk is het zo dat voor de inzet (zowel in Jordanië als bij het opruimen van de stranden) een hogere toelage zou passen en is het vreemd dat mensen die op papier niet eens geconsigneerd zijn, teruggeroepen worden van verlof rond de feestdagen, maar we staan er wel! Wat mij betreft is dat waar Defensie respect en waardering mee afdwingt. En ik merk dat meer mensen steeds sterker dat gevoel jegens Defensie krijgen.
Dan hadden we ook nog een aantal kort gedingen. Een tegen het ABP en een tegen Defensie. De uitspraken van de rechters in respectievelijk Amsterdam en Den Haag hadden nogal een afwijkende inhoud. Vreemd maar wel een gegeven. Kort samengevat hebben we het kort geding jegens het ABP stevig gewonnen en tegen Defensie verloren.
Door de motivering van de uitspraak in Den Haag, of juist het ontbreken daarvan, én de houding van Defensie na die uitspraak, konden wij niet anders dan hoger beroep aantekenen.
Geen misverstand! We hebben geen afspraken over een pensioenregeling gemaakt vanaf januari 2019. Die afspraken moeten wij nog maken. Het feit dat de rechter nu, net als Defensie, van mening is dat we wél een afspraak hebben, namelijk een middelloon regeling, is dan ook een groot probleem. Niet zo zeer omdat er niet over een regeling gesproken zou moeten worden, maar vooral omdat wij overtuigd zijn van de inhoud en aard van de afspraken tot nu toe.
Als we nu constateren dat Defensie meent een andere afspraak gemaakt te hebben en de rechter die mening deelt (en blijft delen) moet je je toch afvragen hoe in de toekomst nog afspraken gemaakt kunnen worden. Dat heeft te maken met gelijkwaardigheid van partijen aan tafel, respect en vertrouwen! En zoals het spreekwoord zegt “vertrouwen komt te voet en gaat te paard”. Een oplossing voor de negatieve spiraal waar Defensie zich in bevindt kunnen we alleen ombuigen aan de overlegtafel!
Het is uitermate belangrijk dat we weer voortvarend aan de slag gaan. Maar snelheid mag nooit ten koste gaan van zorgvuldigheid. Ook daar hebben de bonden én Defensie een gezamenlijke verantwoordelijkheid. En let wel, in het overleg aangegane afspraken zijn afspraken die staan en overeind blijven staan tot het moment waarop beide partijen overeenstemming bereiken over een nieuwe afspraak.
Ik wens u en de uwen een zeer voorspoedig 2019.