Voorwoord ACOM Journaal januari 2022
Laat ik mijn voorwoord vooral beginnen met het toewensen van alle goeds voor u en uw naasten. Vooral veel voorspoed en een goede gezondheid. De afgelopen weken stonden op veel manieren in de Kerstgedachten en dat is doorgaans niet alleen een tijd van eten, drinken en overdenkingen maar ook een tijd om de contacten met vrienden en familie aan te halen.
Dat laatste was deze keer helaas wederom minder goed mogelijk door de maatregelen om het COVID-19 virus te beteugelen. Maar voor veel Defensiemedewerkers ook omdat ze, wederom, werden ingezet voor het uitvoeren van de derde hoofdtaak van Defensie. Veel collegae hebben, naast de reguliere zaken en taken die bij Defensie ook altijd doorgaan, mogen bijdragen aan het terugdringen (of afremmen) van COVID-19 en daarvoor wil ik ze oprecht bedanken. Die dank geldt uiteraard voor eenieder die gewoon moest werken op het moment dat anderen rond de Kerst en de jaarwisseling doorgaans vrij konden nemen.
Qua overdenkingen vind ik de periode zo rond de Kerst altijd apart. We zouden immers altijd zaken moeten overdenken en afwegingen moeten maken. Maar toch ligt daar in “die tijd van het jaar” meer de nadruk op. In die zin was het deze keer ook nog een speciale periode. Op 15 december kwam eindelijk het coalitieakkoord naar buiten en kon het “grote lekken” van de namen van de bewindspersonen beginnen. Toen de namen enigszins “zeker” begonnen te worden werd er, zoals te doen gebruikelijk, vooral op de persoon gespeeld.
Dat was uiteraard aangaande Defensie niet anders. Toen het coalitieakkoord bekend werd bleek dat er voor Defensie helaas geen (ruim) € 4 miljard structureel was gerealiseerd. Maar wel een bedrag dat (structureel en incidenteel) oploopt tot 4,2 miljard in 2025, waarvan, zoals het er nu voorstaat, € 3 miljard structureel is vanaf 2026.
Ook wij hebben ons hiervoor, samen met de zusterbonden en Defensie, behoorlijk ingezet. En een van de belangrijkste vruchten die we daarvan kunnen plukken is dat er ditmaal daadwerkelijk geld gelabeld is voor “het moderniseren van het loongebouw en de arbeidsvoorwaarden”. Daar is structureel € 500 miljoen voor gereserveerd en dat is broodnodig. Er zijn veel gebouwen bij Defensie die achterstallig onderhoud vertonen of die vervangen zouden moeten worden, maar dit (loon)gebouw is een gebouw waar iedereen nadelige gevolgen van ervaart.
Wat ons betreft gaan we de gesprekken dan ook snel starten over zowel het moderniseren van het loongebouw als de arbeidsvoorwaarden. We moeten er in dit verband wel voor zorgen dat het een het ander niet verdringt, – sterker nog, ze zouden elkaar moeten versterken. Voor mij ligt het dan ook voor de hand dat er snel concrete eerste stappen inzake het loongebouw meegenomen moeten worden in de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden vanaf 2021.
Met een druk op de knop (op enig moment) een nieuw loongebouw en een nieuw personeelssysteem invoeren zie ik echt niet gebeuren en als dat al zou gebeuren gaat het veel te lang duren. Uiteraard heb ik allerlei ideeën over wat zulke stappen zouden kunnen zijn. Ik vind dat uiteraard ook allemaal goede ideeën. Dat neemt niet weg dat een goed idee uiteindelijk pas echt een goed idee is als we samen met de zusterbonden en Defensie tot een totaalpakket komen waar u achter staat. Het gaat immers om uw loongebouw en uw arbeidsvoorwaarden.
Overigens las ik recentelijk in de NRC een interview met onze demissionaire minister Kamp waarin hij een van de ideeën prijsgaf waar ik mij goed in kan vinden. Daar stond letterlijk: “Nu krijgt Defensie in 2022 een half miljard extra, het jaar erop 1,9 miljard, dan 4,1 miljard, 4,2 miljard en uiteindelijk drie miljard structureel. Nou, daarmee kun je echt die operationele gereedheid heel fors opkrikken – om te beginnen door de militairen in de lagere rangen beter te betalen. Dat verdienen ze en dat versterkt onze positie op de arbeidsmarkt.”. Ik ben vóór! Dit deed mij meteen denken aan een opmerking van een jonge militair dat je qua salaris, gebaseerd op de laatste CAO voor de Gemeenteambtenaren, beter “stadsmarinier” kan worden dan marinier.
Aangaande de meningen over de nieuwe bewindspersonen kan ik kort zijn. Ik ken ze niet en heb er dus ook (nog) geen mening over. Wel ben ik oprecht verheugd dat er nu (eindelijk) een niet-demissionair kabinet komt. Dan kunnen we wellicht serieuze stappen zetten om de problemen bij Defensie als sociale partners op te pakken. Ik zie dan ook uit naar een uitnodiging voor een eerste gesprek. Niet alleen om kennis te maken, maar vooral om te bezien hoe we snel en zorgvuldig stappen kunnen zetten die in het belang zijn van Defensie in het algemeen en het defensiepersoneel in het bijzonder.
Voorwoord ACOM Journaal november 2021
Ik kan mij het schrijven van mijn vorige voorwoord nog herinneren als de dag van gisteren, en dat is op zich niet zo vreemd. Mijn vorige voorwoord schreef ik immers vrij recent in verband met een uniek nummer van ACOM Journaal, een extra editie in verband met de arbeidsvoorwaarden voor het Defensiepersoneel.
Als u dat nummer nog niet gelezen heeft raad ik u aan dat alsnog te doen. Bezoek ook vooral de voorlichtingen en stel daar uw vragen. Er zijn voorlichtingen van Defensie, van de ACOM en de andere bonden gezamenlijk maar ook van de ACOM apart. Heeft u dan alsnog vragen, stel ze dan. Ik geef u graag antwoord via de mail of via een telefoongesprek, maar bij voorkeur spreek ik u, 1 op 1, in het (buiten)land.
Sedert de speciale editie is er nogal wat gebeurd en sommige zaken springen daarbij in het oog. Een aantal daarvan zal ik hier benoemen. Allereerst hebben we bij de loonruimte in “het maximaal haalbare pakket binnen de arbeidsvoorwaardenruimte van Defensie” aangegeven hoe het staat of stond met de inflatie. Over de eerste 9 maanden van 2021 was uw euro gemiddeld 2% minder waard, en dat bedrag werd voor vrijwel iedereen “gecompenseerd” door de geboden incidentele en structurele loonontwikkeling. Eind september waren uw euro’s echter 2,7% minder waard dan een jaar ervoor en in 2021 (tussen 1 januari en 1 oktober) zijn de euro’s zelfs meer dan 3% minder waard geworden!
En als we de prijsontwikkelingen van energie nu zien, en die worden uiteraard door allerlei bedrijven doorberekend in de prijzen, ziet het er voor de laatste maanden niet best uit. Als we dan weten dat de geboden structurele loonruimte vanaf 1 januari 2022 1,4% bedraagt is het geen rocket science om te weten dat de koopkracht van het Defensiepersoneel per 1 januari 2022 serieus verminderd is t.o.v. een jaar ervoor. Toch een beetje of we voor 2021 een pleister plakken op een slagaderlijke bloeding en het in 2022 vreemd vinden dat het bloeden niet gestopt is.
Een tweede opvallende zaak was het bericht van Defensie op 25 oktober waarin werd bekendgemaakt dat het ministerie medewerkers gaat verplichten om cursussen diversiteit en inclusiviteit te volgen. Deze moeten onderdeel worden van de militaire opleidingen: u weet wel die opleidingen die nu al overvol zitten en waar we te weinig instructeurs voor hebben. Zelfs zo weinig dat Defensie ex-militairen inhuurt voor de hoofdprijs om de gaten te dichten. Blijkbaar is daar wel geld voor, maar voor uw arbeidsvoorwaarden is er niet eens genoeg voorhanden om koopkracht te behouden, laat staan te verbeteren. Je zou bijna denken dat Defensie geen vacatures heeft. Geen wonder dat velen van u nogal “over de riedel waren”.
Het derde punt dat mij opviel heeft te maken met het rücksichtslos (willen) verkopen van zaken die we zelf nog keihard nodig hebben. Zo gaf Defensie op 27 oktober in een Kamerbrief aan dat het drie 60mm mortiersystemen en 704 mortiergranaten aan Denemarken gaat verkopen. Altijd goed om een bondgenoot te helpen en zo lees ik in diezelfde Kamerbrief dat onze voorraden dienaangaande binnen twee jaar weer worden aangevuld. En toch, hoewel de financiële informatie over de verkoop commercieel vertrouwelijk is bekruipt mij het gevoel dat Defensie hier financieel weer niet beter van wordt.
Hoewel ik een compleet ACOM Journaal zou kunnen vullen met zaken die mij opvielen beperk ik mij tot nog één voorbeeld: op 27 oktober is er een Letter of Intent getekend met de Grieken over de mogelijke verkoop van 2 M-fregatten en 6 mijnenjagers. Op zich niks mis mee maar het zou toch wel fijn zijn als we zeker weten dat deze schepen pas uit de vaart worden genomen op het moment dat de vervanging inzetbaar is. Meest opvallende overigens is het gegeven dat Defensie hier geen enkele ruchtbaarheid aan heeft gegeven en het nieuws allereerst op de site marinenieuws.nl verscheen. Dat zowel DMO als CZSK daarna toch maar aangaven dat er slechts een korte periode geen fregatten (en mijnenjagers) beschikbaar zouden zijn geven niet bepaald het juiste comfort.
Voor nu roep ik u nogmaals op om kennis te nemen van “het maximaal haalbare pakket binnen de arbeidsvoorwaardenruimte van Defensie” en uw stem uit te brengen. Dat laatste kan van 12 november tot 29 november.
Voorwoord ACOM Journaal oktober 2021
Velen zijn weer terug van verlof en “alles draait door”. De zomer (als we die al hebben gehad) gaat acuut over in de herfst en elke dag wordt gevolgd door een nieuwe dag.
Aangaande Defensie is er ook niet veel veranderd: elke dag is het weer “another day at the office”, de vraag om inzet of ondersteuning komt en ‘nee’ is geen optie. De medewerkers van Defensie doen dan weer wat ze altijd doen: hun beste beentje voorzetten en het verschil maken. Dat de politiek dan klaarblijkelijk denkt dat Defensie hetzelfde is als water uit de kraan is wel triest. Men denkt immers nog steeds dat Defensie, net als water uit de kraan, er altijd moet zijn als je erom vraagt en dat het bijna gratis moet zijn.
Zo gaf ik het in mijn vorige voorwoord al aan: het “gerucht” ging dat Defensie er structureel € 100 miljoen bij zou krijgen op Prinsjesdag. In de praktijk viel zelfs die druppel op de gloeiende plaat nog kleiner uit, het bleek slechts te gaan om € 90 miljoen voor 2021 en € 95 miljoen structureel vanaf 2022.
Later bleek daar overigens nog een druppel bij te komen van € 300 miljoen. Zo bleek uit een breed gedragen motie tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen dat Defensie “maar liefst” 300 miljoen extra werd toebedeeld. Meer dan de eerder toegezegde € 95 miljoen, maar bij lange na niet genoeg. De eerste € 95 miljoen waren gelabeld voor munitie, veteranen en de versterking van de inlichtingendienst. De € 300 miljoen om “de onderhoudsachterstanden te verkleinen”.
Als we dat wegzetten tegen de veel genoemde € 4 miljard om Defensie op orde te brengen (waarmee Defensie ongeveer op het Europese NAVO-gemiddelde zou komen), de ongeveer € 7 miljard structureel per jaar die nodig is om op de overeengekomen 2% BBP te komen of de ca. € 17 miljard die nodig is om uitvoering te geven aan de Defensievisie 2035, is dat nogal een schril contrast.
In deze tijden is elk miljoen er een en is het in ieder geval een heel klein stapje in de goede richting. Daar mogen we dus ook dankbaar voor zijn, maar als de komende regering niet met echt serieuze bedragen over de brug gaat komen zal dat desastreuze gevolgen hebben.
Wat ook nogal vreemd overkomt is dat er bij de extra gelden niet gesproken wordt over de arbeidsvoorwaarden van het zeer betrokken personeel van Defensie. Op veel fronten worden er grotere bedragen genoemd die wel naar personeel kunnen bij andere beroepsgroepen, maar dat halen wij hier niet uit terwijl de salarissen bij Defensie toch echt niet best zijn en er wel sprake is van ca 9.000 (militaire) vacatures.
Hoe demoraliserend is dan ook het artikel van 25 september op RTL-nieuws waarin onder meer een politieagent en een basisschoollerares “klagen” over de hoogte van het inkomen. Die inkomens zijn dan ook “slechts” € 2500 netto voor 5 dagen voor de 'agent' respectievelijk € 2551,29 netto (inclusief reiskosten) voor 4 dagen voor de genoemde basisschoollerares. Als we bezien vanaf welke rang en ervaring militairen (en schalen en tredes voor burgers binnen Defensie) op dit inkomensniveau zitten, is wel duidelijk dat er aan arbeidsvoorwaarden bij Defensie in het algemeen en de salarissen in het bijzonder nog serieus veel verbeterd moet worden.
Of moeten we beter lezen en is de € 300 miljoen voor het verminderen van onderhoudsachterstand aan het loongebouw? U weet wel, dat loongebouw uit 1917 dat al decennia in de steigers staat en waarvan we met Defensie hadden afgesproken dat er op 1 juli 2020 een nieuwe variant zou zijn ingevoerd.
Als dat een mogelijke besteding is biedt dat in ieder geval perspectief op verbeteringen waar het personeel recht op heeft. Maar iets zegt mij dat deze euro’s daar niet aan besteed gaan worden.
Waar dit alles ons zal brengen zal de tijd moeten leren maar het moge duidelijk zijn dat het er allemaal vooralsnog niet rooskleurig uitziet. Laten we ons in die zin dan ook eerst maar eens focussen op het SOD van 14 oktober a.s. waar toch eindelijk duidelijkheid moet komen of er al dan niet een onderhandelaarsresultaat tot stand komt. Uw CAO is immers al “verlopen” sedert 1 januari jl. en daar gaat wat mij betreft weinig respect en waardering van uit. Hoog tijd dus voor een CAO waar wél respect en waardering uit blijkt!
Voorwoord ACOM Journaal september 2021
Mijn vorige voorwoord eindigde ik met het toewensen van een fijn verlof voor degenen die dat aanging en de wens dat men vooral gezond en veilig zou blijven. Op dat moment konden we uiteraard niet verwachten dat de verlofperiode voor velen zo hectisch zou gaan verlopen en dat er veel van Defensie gevraagd zou gaan worden.
Over de noodhulp in het Caribisch gebied hebben we niet al te veel gehoord maar daar kan ook ik vrij kort over zijn: Bravo Zulu. Alle betrokkenen hebben hun beste beentje voorgezet en het verschil gemaakt. Hoewel dat zo hoort en een hoofdtaak van de krijgsmacht is, wil ik in ieder geval daar mijn respect en waardering voor uitspreken.
Ik vind vrede en veiligheid nooit vanzelfsprekend. En dat geldt uiteraard ook voor de inzet van alle betrokkenen rondom de evacuaties van mensen uit Afghanistan. Ik zal mij niet uitlaten over de besluitvorming en de daaraan gerelateerde momenten, maar wil mijn waardering uitspreken voor alle mensen die, direct of indirect, betrokken zijn geweest bij de uitvoering hiervan.
Die waardering en het bijbehorende respect gaan ditmaal verder dan de betrokken militairen en burgermedewerkers van Defensie. Ook vele andere ambtenaren en met name het (opgepluste en aangepaste) ambassadepersoneel hebben onder zeer moeilijke omstandigheden een uitzonderlijke prestatie geleverd.
Maar ook de vele mensen op de achtergrond (en sommigen op de voorgrond) die zich op basis van vrijwilligheid en persoonlijk commitment hebben ingezet, verdienen alle lof. En dan moeten we ook niet vergeten dat de ‘rest van Defensie’ voor een deel ‘just another day at the office’ had. Zoals altijd staat, Defensie nooit stil en er worden vele taken uitgevoerd. Elke dag weer en overal ter wereld.
Zoals ik al zei zijn vrede en veiligheid nooit vanzelfsprekend, maar daar hoort ook bij dat ze nooit gratis kunnen zijn. De laatste maanden bekroop mij toch weer veelvuldig het gevoel dat de politiek meent dat Defensie als water uit de kraan is: het moet er zijn als je erom vraagt en mag eigenlijk niks kosten.
Zo kwam ook het ‘gerucht’ dat er voor Defensie op Prinsjesdag “maar liefst € 100 miljoen” bij zou komen. Wauw! Hoewel het nu nog maar een (vrij concreet) gerucht betreft is het wel tekenend. Defensie moet er zijn als er vraag naar is maar als er “geld te verdelen” is komt Defensie weer op de laatste plaats. Ook in die zin zou het goed zijn als er ook bij de budgetteringen meer respect en waardering zou zijn en komen. In die zin is het dan ook te hopen dat er snel geformeerd gaat worden in Den Haag. Alleen dan kan er immers op de juiste wijze geprioriteerd worden en is er een kans dat Defensie eindelijk stappen kan zetten in de juiste richting. Want laten we eerlijk zijn, € 100 miljoen voor Defensie lijkt veel maar is feitelijk wisselgeld.
Om op het Europees gemiddelde te komen is ca. € 4 miljard nodig. Om op de overeengekomen 2% BBP (in 2024) te komen is ca. € 7 miljard nodig en om de plannen uit de Defensievisie 2035 in te vullen is zelfs structureel € 17 miljard nodig. Allemaal serieus geld, maar het gaat dan ook om serieuze en essentiële zaken.
Als het goed is wordt er tijdens de formatiegesprekken ‘opnieuw’ gesproken over de begroting voor 2022 in het algemeen en Defensie in het bijzonder. Hoewel ‘hoop’ geen militair woord is hoop ik toch oprecht dat er nu dan eens wordt doorgepakt in het formeren. Nederland heeft daar recht op, en Defensie zeker. Net zo goed als Nederland recht heeft op een goed gevulde, goed getrainde en goed geoutilleerde Defensie.
Voorwoord ACOM Journaal juli 2021
Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf sta ik op het punt om te vertrekken naar Den Haag. Nederland is in rep en roer door de aanslag op Peter R. de Vries de avond ervoor.
Wederom een aanslag op de rechtstaat en waar, terecht, heel Nederland door onthutst is. Ik hoop oprecht dat Peter deze aanslag overleeft en dat de daders, maar met name de opdrachtgever(s), gepakt en zwaar gestraft worden. Uiteraard wensen we daarbij niet alleen Peter maar ook zijn familie en naasten alle kracht toe om hier doorheen te komen.
Niet alleen door deze aanslag zien we dat ‘de wereld’ om ons heen verandert, - dit gaat uiteraard veel verder. We hebben allemaal in de media kunnen zien wat er speelde rond de Zr.Ms. Evertsen in de Zwarte Zee. Ook in dat opzicht zien we zaken veranderen.
Los van de daadwerkelijke ‘acties’ vlak bij de Evertsen zagen we daarvoor al vele zaken op (met name) sociale media gebeuren. Van het manipuleren van AIS (Automatic Identification System) informatie tot onjuiste media informatie. Daar zijn we in Nederland, naar mijn mening, nog onvoldoende op voorbereid en ook dat is iets waarbij we de komende jaren een slag zullen moeten maken. Informatie en desinformatie integreren in informatiegestuurd optreden.
De rit naar Den Haag gaat over iets wat veel minder belangrijk is namelijk een hoorzitting over de WOB-procedure aangaande de stafadjudanten. Recentelijk heeft Defensie al een aanzienlijk aantal stukken openbaar gemaakt inzake een door de VBM ingezette WOB-procedure. Maar een aantal cruciale vragen bleef nog onbeantwoord. Daar zullen we straks om vragen. In een volgend nummer van ACOM Journaal zullen we uitgebreid terugkoppelen wat die WOB-procedures hebben opgeleverd.
Overigens is het ook erg opvallend dat de staatssecretaris van Defensie onlangs in een Kamerbrief onomwonden aangaf dat er sprake was van onbevoegd gesloten overeenkomsten. Dat is de slotconclusie na een nader onderzoek naar de inhoud, de bedoeling, de begrenzing en de grondslag van de afspraken. Voor ons was al vanaf het begin duidelijk dat een en ander niet volgens de regels was afgehandeld.
Ook wordt in deze brief aangegeven dat de “eindverantwoordelijke functionaris” hierop dan ook door de secretaris-generaal is aangesproken. Daarop is de commandanten van de defensieonderdelen duidelijk gemaakt dat dit instrument op deze manier in de toekomst niet opnieuw mag worden gebruikt.
Dat is toch wel apart. Er zijn 8 vaststellingsovereenkomsten gesloten en er wordt, let wel, één persoon, die eindverantwoordelijk is, hierop aangesproken. Als deze besluiten onbevoegd genomen zijn zou het toch voor de hand liggen om dat te laten onderzoeken door een onafhankelijk ‘instituut’ of door de KMar. Maar, zoals beloofd, in een volgend nummer meer hierover.
Laatst heeft u kunnen lezen dat we het “koffiedrinken” hebben omgezet in het hervatten van de onderhandelingen arbeidsvoorwaarden voor de sector Defensie. Uiteraard respecteren wij als altijd wél de vertrouwelijkheid van die gesprekken en kunnen wij u niets vertellen over de inhoud of voortgang van die onderhandelingen.
Wat ik u wel kan vertellen is dat wij een eventueel onderhandelingsresultaat aan de leden zullen voorleggen. Als dit een resultaat is waar wij achter staan zal dit begeleid worden met een neutraal of positief advies. Mocht het een resultaat zijn waar wij niet achter staan dan zullen wij het vanzelfsprekend ook aan u voorleggen, maar dan uiteraard met een negatief (of neutraal) advies. Ook als dit in de verlofperiode valt. Houd in die zin de website van de ACOM in de gaten en/of abonneer u op de nieuwsbrief. Via beide kanalen zullen we u informeren zodra dat kan.
Voor nu een fijn verlof voor diegenen die verlof gaan genieten en blijf vooral gezond en veilig.