2018-11-23_Jan_Kropf_

Voorwoord ACOM Journaal november 2022

Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf komt de  “Kamerbrief over dienjaar Defensie” binnen over onder meer het nieuwe wonder van Defensie, u raadt het al: het dienjaar.

Mensen wordt nu vast gevraagd om in te schrijven voor een dienjaar vanaf september 2023. Dan kan men, door een tussenjaar te nemen na de middelbare school of vervolgopleiding of als mensen met werkervaring (zij-instromers) die een sabbatical willen opnemen, een jaar komen werken voor Defensie. Deze mensen krijgen dan een korte opleiding en worden vervolgens als militair ingezet op bestaande functies.

Deze dienjaar-militairen draaien dan als volwaardige collega’s mee met een passend salaris, zo geeft Defensie aan. En dat alles baart mij nogal wat zorgen. Normaliter dient eenieder op functie te voldoen aan de eisen die daaraan verbonden zijn. Eisen qua kennis, opleiding en eventueel ervaring. Beroepsmilitairen dienen daarvoor vele opleidingen te doorlopen en aan vele eisen te voldoen alvorens ze op functie geplaatst worden.

Als men deze plannen leest zou een beroepsmilitair na een volledige opleiding op hetzelfde niveau starten als een dienjaar-militair met een zeer korte opleiding. En aangezien eenieder na de initiële opleiding hetzelfde salaris gaat verdienen (mits dezelfde rang) zou de dienjaar-militair hetzelfde salaris krijgen. Ik ga dat in ieder geval niet uitleggen. Ook ben ik benieuwd waar men de capaciteit vandaan gaat halen om deze mensen op de juiste wijze te trainen en te begeleiden. Ook instructiecapaciteit is niet echt iets waar we ruim in zitten.

Overigens ben ik het met iedereen eens die zegt dat er iets moet veranderen bij Defensie. Het aantal vacatures, met name onder militairen, is veel te groot en neemt alleen maar toe. Niet alleen omdat er meer mensen vertrekken dan erbij komen, maar ook omdat de krijgsmacht wil groeien. Maar wat daarvoor de ultieme oplossing is weet niemand. Defensie roept altijd veel over het fameuze HR-systeem, maar echt iets concreets hebben we er (nog) niet van gezien. We horen en lezen er veel over, maar nooit in formele stukken. Volgens mij is het echter niet het systeem dat het verschil moet maken maar het totaalpakket aan primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden en hoe men daar mee om gaat. Mensen willen weten waar ze aan toe zijn, wat hun rechten en plichten zijn en hoe het staat met de balans tussen werk en privé. Iets met perspectief en het nakomen van afspraken.

Wat op korte (en wellicht iets langere tijd) echter de agenda van eenieder bepaalt is hetgeen gebeurt in Oekraïne. Voor Defensie in het algemeen en veel militairen in het bijzonder komt dat wellicht nog dichterbij dan voor de rest van Nederland. Ik heb een grote bewondering en groot respect voor de motivatie en wilskracht van de Oekraïners, laat ik daarmee beginnen. Maar ik heb ook veel respect, bewondering en waardering voor alle medewerkers van Defensie die op allerhande manieren, intensief of minder intensief, een bijdrage leveren om de Oekraïners te steunen in hun strijd voor vrijheid en het vaderland.

Werkzaamheden die verricht worden onder soms moeilijke en zware omstandigheden. Soms vanuit Nederland, maar ook vaak in het buitenland en zelfs in Oekraïne waar op dit moment, wederom, forensische experts van de KMar onderzoek doen in relatie tot oorlogsmisdaden. Die misdaden mogen wat mij betreft nooit, maar dan ook nooit, onbestraft blijven. Ook de collegae die druk bezig zijn om, in internationaal verband, Oekraïners te trainen hebben geen makkelijke taak, maar wel een gewaardeerde.

Op allerlei manieren draagt Defensie derhalve een steentje bij, soms met materieel en materiaal (hoewel we veel daarvan eigenlijk zelf nodig hebben) en soms door de steun en inbreng van militairen. Maar één ding is duidelijk, het is allemaal nodig, de oorlog van de Oekraïners is ook onze oorlog.

Blijf veilig en blijf gezond.

Voorwoord ACOM Journaal oktober 2022

Elk voorwoord dat ik schrijf voor ACOM Journaal kan ik ongeveer op dezelfde manier beginnen: “De afgelopen maand(en) gebeurde er weer van alles. Hoogtepunten en dieptepunten op alle fronten.”

Het meest opvallende daarbij is uiteraard hetgeen gebeurt in de Oekraïne en alle zaken eromheen. We worden dagelijks bestookt met informatie dienaangaande, maar daarbij moeten we ook blijven beseffen dat informatie in het huidige tijdsgewricht ook, of juist, als een wapen kan worden gezien en gebruikt.

Een kat in het nauw maakt rare sprongen maar de sprongen die Poetin de laatste tijd maakt worden steeds vreemder. De aanloop naar de referenda in de regio’s Loegansk, Donetsk, Zaporizja en Cherson in Oekraïne, was op zich natuurlijk al een schijnvertoning en in die zin schandalig. Nog schandaliger was de annexatie van die gebieden die erop volgde maar het dieptepunt was toch wel de retoriek die in alle speeches eromheen van Russische zijde werd geuit.

Ook, of misschien wel juist, (wederom) de opmerking van Poetin dat hij Rusland met alle mogelijke middelen zal verdedigen (en dat dat geen bluf is) kreeg in die dynamiek wel een andere lading. Hoewel vrijwel de hele wereld heeft aangegeven de voornoemde annexaties (terecht) niet te erkennen moge duidelijk zijn dat de Russen van mening zijn dat aanvallen op de Krim, Loegansk, Donetsk, Zaporizja en Cherson gezien kunnen (en zullen) worden als een aanval op Russisch grondgebied.

Tot op het moment dat ik dit voorwoord schrijf is daar echter niet als zodanig op gereageerd en worden er dagelijks successen van het Oekraïense leger gemeld. Elke dag worden er weer delen terugveroverd op de bezetter, en dan ook nog juist in die bezette, en illegaal geannexeerde, gebieden.

Overigens moge duidelijk zijn dat ook de reacties van de “andere zijde” op de uitspraken en acties van Poetin de situatie niet eenvoudiger maken. Zo heeft president Biden aangegeven dat het Tomahawks zal regenen op Rusland als ze een (tactisch) kernwapen inzetten en heeft de (Amerikaanse) ex-generaal Petraeus aangegeven dat als Poetin kernwapens inzet, het Russisch leger in Oekraïne en op de Krim zal worden uitgeschakeld.

Ook zijn opmerkingen dat de NAVO elk conventioneel wapen en elk Russisch marineschip zal aanvallen als president Poetin zijn dreigement om een kernwapen in te zetten in de oorlog tegen Oekraïne waarmaakt, maakt de spanningen in ieder geval niet kleiner. Of de opmerking van generaal b.d. Petraeus, dat de VS bij een eventuele vergeldingsactie geen gebruik zal maken van kernwapens, de spanning wat minder zal doen oplopen, valt te betwijfelen.

Ook het Russische besluit tot (gedeeltelijke?) mobilisatie en de wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven, is veelzeggend. We zien de meest vreemde beelden van en over mensen die worden “opgeroepen” en horen de verhalen over gebrek aan ervaring en/of training en dat de mensen vrijwel direct naar het front gestuurd worden.

Nu leek het er toch al ernstig op dat de Oekraïners een stuk beter gemotiveerd zijn dan de Russische militairen, maar die beelden doen niet vermoeden dat hierin onverwijld verbetering zal komen. Als we zien dat de Oekraïners nog steeds voorzien worden van moderne wapens en er zelfs trainingen worden gegeven aan Oekraïense militairen door verschillende landen uit het Westen is de positie van de betreffende gemobiliseerde Russische mensen niet te benijden. Ik heb dan wel beeld bij de cynische opmerkingen in de media dat ze toch min of meer “kanonnenvoer” zullen zijn. En dat brengt ons toch wel weer bij de kern van het probleem.

Elke oorlog kent alleen maar verliezers. Er sneuvelen onnodig mensen aan beide zijden en elke gesneuvelde militair of door oorlogsgeweld gedode burger is er een teveel. Daarnaast moge het duidelijk zijn dat Oekraïne voor een goot deel verwoest is en het nog vele decennia zal duren voordat de infrastructuur hersteld zal zijn. Uiteraard voor zover dat überhaupt gaat gebeuren en betaald kan worden.

Laten we dan ook maar blijven hopen dat de oorlog binnenkort tot een einde komt en zeker niet verder escaleert. Voor ons aller belang, maar vooral voor de mensen die er direct bij betrokken zijn en de mensen voor wie de gevolgen direct en indirect heel groot zijn.

Voorwoord ACOM Journaal september 2022

Op 27 augustus jl. werden we geconfronteerd met de mededeling dat drie Nederlandse militairen gewond waren geraakt bij een schietpartij in Indianapolis. Het ging daarbij om militairen van het Korps Commandotroepen en de daarbij behorende ondersteuning.

De Nederlandse militairen zijn in de Verenigde Staten op oefening in een nagemaakt dorp, waar ze in speciale private schiethuizen trainen die we in die vorm in Nederland niet hebben. De schietpartij vond overigens plaats voor het hotel van de militairen en niet tijdens de training.

Op 29 augustus werd bekend gemaakt dat een van de gewonden, de 26-jarige korporaal der eerste klasse Simmie Poetsema, de schietpartij niet had overleefd. Hij is in het ziekenhuis, in het bijzijn van zijn naasten, overleden. Simmie en de twee gewonde militairen bleken, volgens de media, het slachtoffer te zijn van een groepje amokmakers en zijn in die zin slachtoffer van zinloos geweld.

Een gelauwerde militair die het leven laat is altijd diep triest, maar op deze wijze is daadwerkelijk niet te bevatten. Ik wens dan ook oprecht alle familie, naasten, vrienden en collegae van Simmie alle sterkte toe om dit immense verlies een plekje te geven. Daarnaast wens ik uiteraard de twee gewonde collegae een voorspoedig en volledig herstel van hun verwondingen toe.

Veel mensen dachten dat het voor uw onderhandelaar en ondergetekende veel rustiger zou worden na het SOD van 8 juli jl. waarin de sociale partners in de sector Defensie een arbeidsvoorwaardenakkoord mochten ondertekenen nadat de achterbannen van alle bonden daarmee hadden ingestemd. Niets is echter minder waar. Het reguliere overleg is recentelijk weer in volle omvang begonnen en daar hoort ook het uitwerken van de afspraken uit het voornoemde AV-akkoord bij.

Ook hebben heel veel mensen nog allerlei vragen over wat het AV-akkoord nu precies inhoudt en wat ze daar persoonlijk van gaan meekrijgen. Terechte vragen en als leden vragen hebben proberen we die altijd zo eerlijk mogelijk te beantwoorden. En let wel, een zo eerlijk mogelijk antwoord is niet altijd het gewenste antwoord.

Overigens is het inhalen van het achterstallige overleg al een enorme opgave en daar komen uiteraard ook weer nieuwe zaken bij. Bovendien hebben we, op basis van het afgesloten AV-akkoord, ook nog € 46 miljoen te verdelen bij de toelages. Ook daarover zullen vast nog de nodige discussies gevoerd moeten worden. En dan heb ik ook nog een ‘droom’: wat zou het toch mooi zijn als we de ledenraadpleging voor het volgende AV-onderhandelaarsresultaat, rond de zomer van 2023 kunnen houden. Daardoor zouden we geen dingen meer met terugwerkende kracht hoeven doen en zou iedereen gewoon ruim op tijd weten wat er gaat veranderen.

Overigens moge het ook duidelijk zijn dat de miljarden die extra aan de begroting van Defensie worden toegevoegd het nodige van onze tijd en flexibiliteit zullen vragen. Defensie stond al niet stil op het gebied van reorganisaties maar met de wetenschap van nu zou dat weleens de stilte voor de storm kunnen zijn. En dat is goed en noodzakelijk want Defensie kampt nu al met grote tekorten en is niet in staat om alle drie de grondwettelijk hoofdtaken van de krijgsmacht uit te voeren. Om dat te verbeteren zal er niet alleen gereorganiseerd moeten worden maar zal er ook goed gekeken moeten worden of de huidige regelgeving nog wel passend is voor de Defensieorganisatie van de toekomst. Als we blijven doen wat we deden dan houden we wat we hadden; en dat is bij lange na niet goed genoeg.

Elders in dit nummer kunt u een stukje lezen over een werkbezoek aan Sliač. De CDS, generaal Onno Eichelsheim (die we voor dit nummer ook geïnterviewd hebben), had de voorzitters van de bonden uitgenodigd en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt.

Overigens zijn zowel uw onderhandelaar als ikzelf ‘dol op werkbezoeken’. Als u het leuk zou vinden als we ook bij u op locatie langs komen geef dat dan even door via info@acom.nl en dan zullen we bezien wat de mogelijkheden zijn.

Voorwooord ACOM Journaal juli 2022

De afgelopen maand gebeurde er weer van alles. Hoogtepunten en dieptepunten op alle fronten. Over het front in Oekraïne wil ik in deze editie maar eens niet reppen, en ook andere dieptepunten zal ik niet memoreren. Ik beperk mij in dit voorwoord dan ook tot het aanhalen van een aantal zaken die ik onder hoogtepunten wil scharen.

Wat mij betreft is het grootste hoogtepunt het arbeidsvoorwaardenakkoord voor Defensie. Op dit moment is net duidelijk geworden dat het dat immers is: een arbeidsvoorwaardenakkoord. Elders in dit ACOM Journaal leest u daar meer over maar ik wil wel graag aangeven waarom ik dit als een hoogtepunt zie. De laatste jaren, en misschien wel decennia was er, als het al tot een akkoord kwam, altijd veel ongenoegen en was er een relatief kleine meerderheid positief over het bereikte resultaat.

Bij dit resultaat was er sprake van een ‘Noord-Koreaanse’ stemmingsuitslag onder onze leden. De overgrote meerderheid van de uitgebrachte stemmen (ca. 90%) gaf aan in te stemmen met het bereikte resultaat. Iedereen die werkzaam is binnen Defensie verdient na 1 januari 2023 minimaal 8,5% meer dan voor dit akkoord. Door de invoering van het nieuwe loongebouw voor militairen kan dat voor sommige (groepen van) militairen wel eens oplopen tot een veelvoud daarvan. En dat is niet meer dan terecht, jonge militairen die een basisloon hadden (bij 38 uur per week) dat onder het basisloon van een ‘hamburgerflipper’ van ‘McDonald’s’ lag (bij 36 uur per week), is simpelweg onacceptabel.

Ook het sneller groeien in de salarissen en het gegeven dat er in de lagere rangen echt een inhaalslag is gemaakt geven mij energie, - en blijkbaar de leden ook. Daarmee wil ik overigens niets afdoen aan de overige elementen uit het akkoord en ik besef terdege dat er ook mensen zijn die vinden dat er nog bepaalde zaken geregeld moeten worden of dat ze benadeeld zijn. Voor dat laatste is er een BCO arbeidsvoorwaarden en voor het eerste constateer ik dat er geen kok is die kan koken naar alle monden, maar een uitkomst waarbij ca. 90% van de leden heeft ingestemd en slechts een kleine 5% tegen heeft gestemd, zegt volgens mij genoeg. De gemaakte opmerkingen nemen we mee in de gesprekken voor de volgende ronde.

Een tweede hoogtepunt dat ik zou willen noemen heeft te maken met de vaststelling dat Defensie niet alleen (samen met ons en de zusterorganisaties) heeft willen doorpakken voor wast betreftg het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden maar dat ook doet op het gebied van materieel en materiaal. En laten we wel zijn: ook dat is broodnodig. Men hoeft geen rocket scientist te zijn om te beseffen dat er meer vraag is naar defensie-specifiek materieel en materiaal dan voorheen en dat daardoor de levertijden en de prijzen oplopen. Doorpakken is daar dan ook essentieel.

En last but not least, we hebben weer een fysieke Veteranendag gehad. Een mooie indrukwekkende dag, niet in de laatste plaats omdat er aan een serieus aantal vaandels een cravate werd gehangen. In alle opzichten een zeer indrukwekkende ceremonie. Mooi en indrukwekkend in de Koninklijke Schouwburg; mooi en indrukwekkend op de pontons op de Hofvijver bij het Binnenhof; mooi en indrukwekkend tijdens het defilé maar ook, en misschien wel vooral, mooi en indrukwekkend om te zien hoe de eenheid en het onderlinge respect was op het Malieveld tijdens de manifestatie.

Het enige puntje van kritiek dat ik daar hoorde was de lengte van de rijen voor de catering. De stembanden moesten immers ook gesmeerd en gekoeld worden tijdens de uitwisseling van verhalen en de vele goede gesprekken. Ook een Veteranendag is immers een soort grote reünie waarbij men de kameraden van weleer weer treft maar ook andere veteranen kan ontmoeten die toch, op de een of andere manier, ‘een van ons zijn’. En zoals het hoort onder veteranen: respectvol. Ik hoop dat we in de toekomst mogen meemaken dat de veteranen het hele jaar door het respect en de waardering mogen ervaren die we op die ene, mooie en waardevolle dag in het jaar wel voor ze kunnen tonen. Voor nu rest me nog eenieder die een verlof gegund is, een goed verlof toe te wensen. Maar bovenal, blijf gezond en strijdbaar

Voorwoord ACOM Journaal Juni 2022

Voor u ligt een extra dikke editie van ACOM Journaal. Bij het “maximaal haalbare resultaat binnen de AVW-ruimte van Defensie” hebben we een speciale AVW-editie uitgebracht en dat werd door veel mensen, zowel leden als niet-leden van de ACOM, enorm gewaardeerd.

Aangezien het deze keer samenviel met het ter persé gaan van het reguliere ACOM Journaal is het dus een extra dikke editie geworden. Zowel digitaal als in drukversie. En zoals altijd ook op vele locaties in het land te vinden. Ik hoop oprecht dat dit nummer vele vragen aangaande het AVW-onderhandelingsresultaat zal beantwoorden.

Desondanks ben ik er ook van overtuigd dat het minstens net zoveel vragen zal oproepen. Ik heb al vele tientallen, misschien wel honderden leden gesproken om vragen te beantwoorden en onduidelijkheden weg te nemen. Dat zal ik ook tot 7 juli blijven doen. Ook zullen zowel Stefan Hop, onze onderhandelaar, als ikzelf het land ingaan om e.e.a. uit te leggen. Deels samen met de andere vakbonden binnen Defensie en vertegenwoordigers van Defensie, deels als ACOM. U heeft immers recht op uitleg en op antwoorden op uw vragen. Ik roep u dan ook op om een van deze bijeenkomsten bij te wonen, naar de uitleg te luisteren en vragen te stellen. Het gaat immers om uw CAO, - niet om die van mij.

Ik ben er van overtuigd dat er een mooi totaalpakket voorligt en sta daar ook achter. Sterker nog, zoals u kunt lezen in dit nummer heeft het Bondsbestuur van de ACOM besloten dit onderhandelingsresultaat met een positief advies aan u voor te leggen. En dat doet het bestuur niet zomaar. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat dit een goed totaalpakket is, - goed voor het personeel én goed voor Defensie.

Of u dat ook vindt kunt u vanaf nu laten weten. U leest elders in deze editie waar u dit kunt doen, en ik roep u dan ook op om hier gebruik van te maken. Elke stem telt en bij de ACOM zijn het op die manier de leden die bepalen of dit onderhandelingsresultaat een akkoord gaat worden. En of u nu voor of tegen bent, maak vooral gebruik van uw stemrecht. De uitkomst is echt geen vanzelfsprekendheid.

Het is echter niet alleen het onderhandelingsresultaat arbeidsvoorwaarden dat mij inzake Defensie vrolijk stemt. Ook voor andere zaken is immers veel extra (structureel) geld beschikbaar; waarbij de reden daarvoor mij nog steeds droevig stemt. Ik leef oprecht mee met alle mensen die direct of indirect slachtoffer zijn van de Russische invasie in de Oekraïne.
Door deze feiten werd de “BV Nederland” echter wel met de neus op de feiten gedrukt en werd duidelijk dat vrede en veiligheid nooit vanzelfsprekend en zeker niet gratis zijn. Dat biedt voor Defensie dan ook perspectief. Perspectief op meer materiaal, materieel en personeel. Perspectief om te groeien; al zou het niet in omvang zijn dan toch zeker in slagvaardigheid en doorzettingsvermogen.

En last but not least, is het deze maand weer Veteranendag. Zaterdag 25 juni is het zover. Eindelijk weer fysiek bijeen om de veteranen te eren. Het respect bieden dat de veteranen verdienen, eigenlijke elke dag, maar op deze dag tonen we dat ook. Voor het eerst na de coronapandemie weer groots opgezet in het ‘Haagse’.
Iets groots waar we ook best trots op mogen zijn, maar toch zijn we er wat dat betreft nog lang niet en zijn er nog veel veteranenzaken die we als Nederland beter kunnen doen of beter kunnen regelen. Maar voor nu verheug ik mij oprecht op Veteranendag 2022, en met mij vele anderen.

Stay safe.